Proces waardeoverdracht

Wat komt er kijken bij het traject om het pensioenfonds op te heffen en de pensioenen te verhuizen

Vorig jaar hebben wij u door middel van nieuwsberichten op de website geïnformeerd over het hernieuwde onderzoek naar de toekomst van Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland (hierna: het pensioenfonds). In deze nieuwsberichten zijn we ingegaan op de mogelijke oplossingsrichtingen. In dit artikel leggen we uit wat er komt kijken bij het traject waarin het pensioenfonds besluit om zichzelf op te heffen en de daarmee gepaard gaande collectieve waardeoverdracht (verhuizing) van alle pensioenen. Hierbij besteden wij aandacht aan:

  • Waarom gaat het pensioenfonds op zoek naar een nieuwe pensioenuitvoerder?
  • Wat is een collectieve waardeoverdracht?
  • Wat is de rol van het pensioenfonds en de werkgever?
  • Wat is de rol van de overige betrokken partijen?
  • Welke informatie kunt u gedurende het traject van ons verwachten?

Waarom gaat het pensioenfonds op zoek naar een nieuwe pensioenuitvoerder?

Er wordt steeds meer gevraagd van pensioenfondsen, en dus van de bestuursleden en de organen van het pensioenfonds. De toenemende regeldruk, de hoeveelheid werk en de expertise die dat vraagt, maakt voorzetting van het pensioenfonds op middellange termijn niet houdbaar. Het pensioenfonds staat hier niet alleen in. Twintig jaar geleden waren er nog ongeveer 1000 pensioenfondsen in Nederland. Nu zijn dit er nog ongeveer 200. Ook de werkgever Aon is van mening dat de houdbaarheid van voortzetting op termijn opnieuw moet worden beoordeeld.

Wat is een collectieve waardeoverdracht?

Als het pensioenfonds besluit zichzelf op te heffen, moet er natuurlijk een nieuwe pensioenuitvoerder
worden gevonden voor de bij het pensioenfonds opgebouwde pensioenen. Zo’n nieuwe pensioen-
uitvoerder kan een ander pensioenfonds of een verzekeraar zijn. De verhuizing van alle pensioenen naar een andere pensioenuitvoerder heet een ‘collectieve waardeoverdracht’ van de pensioenen. Met ‘alle pensioenen’ bedoelen we alle bij het pensioenfonds opgebouwde pensioenaanspraken van werknemers of vroegere werknemers van Aon Groep Nederland en/of haar rechtsvoorgangers en ook alle pensioenen die al zijn ingegaan.

Individuele waardeoverdracht
Wie van baan verandert kan binnen een bepaalde termijn zijn of haar opgebouwde ‘pensioen’ meenemen naar de pensioenuitvoerder van zijn of haar nieuwe werkgever. Het individueel meenemen van het opgebouwde pensioen heet individuele waardeoverdracht.

Collectieve waardeoverdracht
De Pensioenwet zegt daar in artikel 84 onder andere over: ‘De pensioenuitvoerder is verplicht tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder bij liquidatie van de eerstgenoemde pensioenuitvoerder.’ Een dergelijke overdracht heet collectieve waardeoverdracht  en heeft dus betrekking op ‘alle pensioenen’.

Wat is de rol van het pensioenfonds en de werkgever?

Het opheffen van het pensioenfonds en de keuze voor een nieuwe pensioenuitvoerder moet een weloverwogen besluit zijn waarbij alle belangen goed worden afgewogen.

De werkgever is verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenregeling en waar deze wordt ondergebracht. Het pensioenfondsbestuur is verantwoordelijk voor de al opgebouwde pensioenen en de uitvoering van de pensioenregeling. De werkgever heeft het pensioenfonds opdracht gegeven de pensioenregeling uit te voeren. Op dit moment voert het pensioenfonds de onvoorwaardelijke indexatieregelingen voor de deelnemers uit. Ook worden, indien de financiële positie van het pensioenfonds dit toelaat, de pensioenen van de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden verhoogd. Er vindt geen nieuwe pensioenopbouw meer plaats. De werkgever en het pensioenfonds hebben een uitvoeringsovereenkomst met elkaar gesloten waarin de afspraken over betaling van de premie en uitvoeringskosten voor de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd.

Het ligt daarom voor de hand dat de werkgever in goed overleg met het pensioenfonds de uitvoeringsovereenkomst zal beëindigen. In die overeenkomst zijn immers de afspraken tussen pensioenfonds en de werkgever over de betaling van alle uitvoeringskosten door Aon Groep Nederland en de financiering van de onvoorwaardelijke indexatie van de actieven, opgenomen. Die zijn voor belanghebbenden -de deelnemers, de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden – van belang.

Werkgever en pensioenfonds nemen weliswaar  ieder afzonderlijk een eigen besluit, maar zijn wel van elkaar afhankelijk door samenloop van verantwoordelijkheden. Het is dus in het belang van alle betrokken partijen om open te communiceren en elkaar in het traject te blijven betrekken. Bij het tot een goed einde brengen van dit traject staat het beschermen van de pensioenrechten van alle partijen centraal.

Wie is verantwoordelijk voor welke besluiten?
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde. Daarom gaan de werkgever (Aon Groep Nederland) en (vertegenwoordigers van de) werknemers over de inhoud van de pensioenregeling. Daarnaast bepaalt de werkgever samen met de vertegenwoordigers van de werknemers, de Ondernemingsraad, wie de pensioenregeling uitvoert. Het besluit om de uitvoering van de pensioenregeling bij een nieuwe uitvoerder onder te brengen is een besluit van de werkgever. Het bestuur van het pensioenfonds besluit naar welke nieuwe pensioenuitvoerder de opgebouwde pensioenen worden overgedragen.

Kort gezegd

De werkgever is verantwoordelijk voor het onderbrengen van de toekomstige pensioenopbouw;

Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor  het onderbrengen van de al opgebouwde pensioenen.

Werkgever, werknemers en pensioengerechtigden zijn in het bestuur van het pensioenfonds vertegenwoordigd. Het bestuur is wettelijk verplicht tot een evenwichtige belangenafweging bij de besluiten die zij neemt. Daarop is zowel intern als extern toezicht. Dat blijft onverminderd van toepassing bij het onderbrengen van de pensioenregeling bij een nieuwe pensioenuitvoerder en de mogelijke overdracht van de pensioenen.

Wat is de rol van de overige betrokken partijen?

De opheffing van het pensioenfonds brengt wettelijk met zich mee dat geen individuele instemming aan de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden voor de collectieve waardeoverdracht hoeft te worden gevraagd. Het bestuur is zich daarvan bewust. Des te belangrijker is een zorgvuldige besluitvorming en communicatie en verantwoording daarover. Een dergelijk besluit kan natuurlijk niet zomaar genomen worden. Daar gaat een heel traject aan vooraf, waarin de diverse pensioenbelangen centraal staan en worden afgewogen. In de komende artikelen zullen we uiteenzetten hoe het bestuur tot haar besluit is gekomen. Ook zullen we aandacht besteden aan de gevolgen van de overdracht van alle pensioenen. Het onderzoek wordt uitgevoerd in goed overleg met de werkgever, de ondernemingsraad en het verantwoordingsorgaan. Daarbij worden de hiervoor genoemde partijen ondersteund door eigen pensioenadviseurs.

Het verantwoordingsorgaan heeft adviesrecht over een voorgenomen besluit van het bestuur
om het pensioenfonds op te heffen (te liquideren) en over een voorgenomen besluit om de pensioenen over te dragen. Het interne toezicht wordt uitgevoerd door de visitatiecommissie. De visitatiecommissie ziet toe op de zorgvuldigheid van de besluitvorming en op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur.

De collectieve waardeoverdracht gaat alleen door als aan alle voorwaarden en eisen van zorgvuldigheid is voldaan. Als laatste toetst De Nederlandsche Bank (DNB) dit en geeft aansluitend al dan niet toestemming voor de collectieve waardeoverdracht.

In het kader zijn in het kort de stappen uiteengezet die moeten worden doorlopen voor een collectieve waardeoverdracht.

De stappen voor een collectieve waardeoverdracht* van de pensioenen

  1. Onderzoek naar de mogelijkheden voor een alternatieve pensioenuitvoerder en vastlegging van dit onderzoek;

  2. Informatie aan en raadpleging (middels een adviesaanvraag) van het verantwoordingsorgaan over de uitkomst van het onderzoek;

  3. Besluitvorming door het bestuur na advies van het verantwoordingsorgaan;

  4. Toestemming vragen aan DNB voor de collectieve waardeoverdracht.

Pas als het pensioenfonds van DNB een zogenaamde ‘verklaring van geen bezwaar’ ontvangt, vindt de collectieve waardeoverdracht plaats!

*In dit overzicht zijn de stappen die de werkgever en de ondernemingsraad doorlopen ten aanzien van het onderbrengen van de pensioenregeling bij een andere pensioenuitvoerder niet opgenomen.

Welke informatie kunt u gedurende het traject van ons verwachten?

  1. Brieven waarin we meer informatie geven over het onderzoek naar de nieuwe pensioenuitvoerder en de stand van zaken;
     
  2. Een aantal artikelen op de website van het pensioenfonds waarin we meer informatie geven over wat bij het opheffen van het pensioenfonds komt kijken;
     
  3. Een brief over de gekozen nieuwe pensioenuitvoerder en de aanstaande collectieve waardeoverdracht naar deze pensioenuitvoerder. Deze brief wordt getoetst door de Autoriteit Financiële Markten en verzonden nadat het fonds toestemming aan DNB heeft gevraagd
    voor de collectieve waardeoverdracht;
     
  4. Als alles doorgaat: een persoonlijk ‘pensioenoverzicht’ waarin de hoogte van de pensioenen staat die feitelijk voor u zijn overgedragen.

    Met de nieuwe pensioenuitvoerder spreken we af dat zij u informeert over de hoogte van de overgenomen pensioenen. Dat biedt u de mogelijkheid om vast te stellen dat alles één op één is overgedragen;
     
  5. Tot slot een laatste brief waarin staat dat het pensioenfonds alles heeft afgewikkeld en na afronding van de laatste vereiste formaliteiten zichzelf opheft. Dit is meestal zes tot acht maanden na de collectieve waardeoverdracht.


Zorgvuldig tot ná de overdracht van alle pensioenen
In zijn brochure over collectieve waardeoverdracht schrijft DNB:

"Voordat het toezicht op uw pensioenfonds wordt beëindigd, willen wij zekerheid hebben dat alle pensioenaanspraken en -rechten en alle middelen van het fonds zijn overgedragen volgens de gemaakte afspraken. Alle in verband met de waardeoverdracht en liquidatie benodigde formaliteiten en acties moeten zijn uitgevoerd."
Bron: ‘brochure liquidatie van een pensioenfonds’ van DNB