Veelgestelde vragen

Collectieve waardeoverdracht Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland

Veel gestelde vragen

 

Dit overzicht met vragen en antwoorden is voor het laatst op 8 maart 2023 geactualiseerd. Met enige regelmaat zal deze Q&A worden geactualiseerd en uitgebreid. De uitbreidingen worden telkens onder de bestaande Q&A toegevoegd.

 

Begrippen

APF:
Afkorting voor een Algemeen Pensioenfonds.

Belanghebbenden:
Alle deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraak gerechtigden.

Collectiviteitkring:
Binnen een APF kan worden gekozen voor een eigen collectiviteitkring. De eigen collectiviteitkring kunnen we zien als een ‘eigen fonds binnen een groter geheel’. Binnen deze (collectiviteit)kring delen de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden de risico’s met elkaar.

Pensioenfonds:
Waar in de tekst gesproken wordt over ‘het pensioenfonds’ wordt de ‘Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland’ bedoeld. Soms wordt voor de duidelijkheid  Pensioenfonds Aon gebruikt;

Pensioenuitvoerder:
Een organisatie die de pensioenen beheert en zorgt voor de uitkering. Dit kan onder andere een ondernemingspensioenfonds, maar ook een algemeen pensioenfonds (APF) of een verzekeraar zijn.

 

 

Vraag: Waarom staat de toekomst van het pensioenfonds ter discussie?

Antwoord:

Het pensioenfonds is vanaf 1 januari 2009 gesloten voor nieuwe deelnemers en vanaf 2014 vindt ook geen verdere opbouw meer plaats omdat de medewerkers van Aon vanaf 2014 deelnemen in een beschikbare premieregeling, die door Nationale-Nederlanden uitgevoerd wordt. Het aantal deelnemers van het pensioenfonds zal daardoor geleidelijk afnemen. Op het zelfde moment wordt steeds meer gevraagd van pensioenfondsen en dus ook van de bestuursleden en betrokken organen. De toenemende regeldruk, de hoeveelheid werk en de expertise die dat vraagt, maakt voorzetting van het pensioenfonds op middellange termijn niet houdbaar. Daarom is het onderzoek naar een nieuwe pensioenuitvoerder gestart. Het pensioenfonds staat hier niet alleen in. Het aantal pensioenfondsen is de afgelopen twintig jaar afgenomen met 80%, van 1.000 pensioenfondsen naar momenteel nog zo’n 200 pensioenfondsen. Deze afname gaat onverminderd door. Op dit moment zijn er tal van voorbeelden van pensioenfondsen die zich opheffen of recent zijn opgeheven. Ook de werkgever is van mening dat de houdbaarheid van voortzetting op termijn opnieuw moet worden beoordeeld.

 

Vraag: Ik lees over een collectieve waardeoverdracht. Wat houdt dat precies in?

Antwoord:

Als een pensioenfonds besluit zichzelf op te heffen, moet er natuurlijk een nieuwe pensioenuitvoerder worden gevonden voor de bij het pensioenfonds opgebouwde pensioenen. Zo’n nieuwe pensioenuitvoerder kan een ander pensioenfonds of een verzekeraar zijn. De verhuizing van alle pensioenen naar een andere pensioenuitvoerder heet een ‘collectieve waardeoverdracht’ van de pensioenen. Omdat Pensioenfonds Aon zichzelf wil opheffen, moeten alle pensioenen naar een andere pensioenuitvoerder worden overgedragen en blijven er geen pensioenen achter bij het pensioenfonds.

 

Vraag: Het bestuur van het pensioenfonds heeft onderzoek gedaan naar de toekomst van het pensioenfonds. Hoe is dat onderzoek precies verlopen?

Antwoord:

Onder begeleiding van haar pensioenadviseur heeft het bestuur van het pensioenfonds onderzocht hoe de belangen van de belanghebbenden zo goed mogelijk kunnen worden gewaarborgd bij het overstappen naar een andere pensioenuitvoerder. Hierbij zijn verschillende types pensioenuitvoerders in het onderzoek betrokken: bedrijfstakpensioenfondsen, algemeen pensioenfondsen (APF-en) en verzekeraars. Voordat het onderzoek plaatsvond, is eerst een lijst met beoordelingscriteria opgesteld. Het bestuur heeft na zorgvuldige beoordeling voor elk criterium een weging vastgesteld. Elk type pensioenuitvoerder is vervolgens langs dezelfde meetlat gewogen om op die manier een consistente vergelijking te kunnen maken.

Er zijn zowel kwalitatieve als kwantitatieve beoordelingscriteria. Om per criterium een waardering vast te stellen, heeft er zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek plaatsgevonden. Bij het kwalitatieve onderzoek gaat het om hoe inspraak is geregeld bij de andere pensioenuitvoerders en de kwaliteit van de pensioenadministratie en het vermogensbeheer. Bij het kwantitatieve onderzoek gaat het om zaken als de hoogte van de pensioenuitkomsten en de administratie- en vermogensbeheerkosten. Daarbij zijn voor allerlei scenario’s de pensioenuitkomsten doorgerekend.

 

Vraag: Wat is de uitkomst van dit onderzoek?

Antwoord

Het zorgvuldige kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek naar de voor belanghebbenden meest optimale voortzetting van de uitvoering van de huidige pensioenregelingen, leidde tot de hoogste waardering voor een APF. Dit betekent dat alles wegend een eigen collectiviteitkring bij een APF voor belanghebbenden als de beste optie is beoordeeld omdat:

  • het verwachte pensioenniveau bij een APF hoger is dan bij de andere onderzochte alternatieven zoals bedrijfstakpensioenfondsen en verzekeraars. Alleen bij voortdurend slechte beleggingsresultaten of heel lage inflatie zal het pensioenniveau bij een verzekeraar (waar de pensioenen in principe [1] zijn gegarandeerd en niet kunnen worden gekort) over 15 jaar gemeten naar verwachting gemiddeld hoger zijn;
  • de pensioenregelingen een-op-een kunnen worden overgenomen, er is geen sprake van wijziging van de pensioentoezegging;
  • de keuze voor een APF voor onderbrenging van de regelingen bij een toekomstbestendige professionele pensioenuitvoerder zorgt, waarbij via het belanghebbendenorgaan advies- en goedkeuringsrechten gewaarborgd zijn;
  • de eigen Aon-collectiviteitkring juridisch afgescheiden is van de kringen van andere werkgevers. Het vermogen van Pensioenfonds Aon komt daarmee alleen ten goede aan de eigen collectiviteitkring.

 

De belangrijkste redenen voor het bestuur om het vervolgtraject met Stap in te gaan zijn:

  • Lagere kosten: de kosten voor uitvoering en vermogensbeheer zijn bij Stap lager dan de huidige kosten. Dit heeft effect op uw eigen pensioen omdat de kosten voor vermogensbeheer ten laste van het vermogen worden gebracht. Lagere kosten voor vermogensbeheer betekent dat na aftrek van deze kosten een hoger vermogen overblijft, wat uiteindelijk een beter pensioenresultaat voor de belanghebbenden oplevert.
  • Toekomstbestendig: het bestuur vindt dat met de keuze voor Stap gekozen wordt voor de meest toekomstbestendige oplossing voor de uitvoering van de huidige pensioenregelingen. Stap beheert het grootste vermogen en van alle APF-en in Nederland.  Daarnaast heeft Stap een beheersbaar aantal collectiviteitkringen. Dit zijn voornamelijk “single client” kringen waardoor het aantal bij Stap betrokken werkgevers overzichtelijk is.
  • Zelfde vermogensbeheerder: Stap heeft als enige APF dezelfde vermogensbeheerder als SPAGN, waardoor het makkelijker en goedkoper is de beleggingen van SPAGN naar Stap over te dragen. Zo is er bij een overgang naar Stap geen tweede vermogensbeheerder bij de transitie betrokken en hoeven er geen transitiekosten te worden gemaakt.

[1] Tenzij een verzekeraar insolvabel is, dan kunnen de pensioenen wel worden gekort.

 

Vraag: Waarom heeft het bestuur een voorkeur voor een APF boven een verzekeraar?

Antwoord:

Pensioenuitvoering door een APF sluit aan bij de huidige wettelijke regels die gelden voor Pensioenfonds Aon. Dat betekent dat het toeslagbeleid een-op-een over gaat en ook nog inhaaltoeslagen mogelijk zijn om opgelopen indexatieachterstanden te compenseren.

Verzekeraars vallen onder een ander wettelijk regime. Dat betekent dat pensioenen bij een verzekeraar in principe1 gegarandeerd zijn en dat die  – als dat wordt afgesproken - jaarlijks met een vooraf overeengekomen percentage, eventueel gebaseerd op de Europese prijsinflatie worden verhoogd (toeslag). De hoogte van de in te kopen jaarlijkse toeslag is vooral afhankelijk van de rentestand en het vermogen op het moment van de collectieve waardeoverdracht. Het bieden van zekerheid is duur. Dit komt tot uiting in het niveau van uw pensioenuitkering bij een verzekeraar, dat naar verwachting lager is dan bij een APF. Een APF biedt meer kans op een toeslag die gelijke tred houdt met de te verwachten inflatie. Bij een verzekeraar worden geen inhaaltoeslagen verstrekt.

Bovendien heeft ook op de kwalitatieve criteria het APF een hogere score dan de verzekeraar. Tot slot geldt dat het pensioenakkoord een rol speelt. Dit alles maakt dat het bestuur de voorkeur heeft voor een APF omdat dit het beste in het belang van alle deelnemers is.  

 

Vraag: Heeft het Pensioenakkoord meegespeeld bij de voorkeur voor een APF?

Antwoord:

Als de Wet toekomst pensioenen (ook wel Pensioenakkoord genoemd) in werking treedt, wijzigt er veel voor pensioenregelingen. Zo zijn eind- en middelloonregelingen niet langer toegestaan, alleen premieregelingen zijn nog mogelijk. Belangrijk is dat al opgebouwde pensioenen ongewijzigd in stand mogen blijven. Pensioenfondsen zoals Stap kunnen besluiten om de opgebouwde pensioenen in te brengen in een nieuwe pensioenregeling die een werkgever invoert. We noemen dit invaren. Verwacht wordt dat het nieuwe pensioenstelsel door het zogenaamde invaren voordelen oplevert voor de belanghebbenden.

Het is nog niet bekend of in de eigen  Aon-kring voor invaren zal worden gekozen. Hiervoor moet eerst vanuit sociale partners (het overleg tussen werkgever en ondernemingsraad) een verzoek aan het bestuur van Stap worden gedaan. Mocht een dergelijk verzoek er komen, dan zal het bestuur van Stap een eigen afweging moeten maken in hoeverre dit in het belang is voor de opgebouwde en ingegane pensioenen. Het belanghebbendenorgaan van de Aon-kring heeft hierin een goedkeuringsrecht. Met de keuze voor Stap worden alle mogelijkheden met betrekking tot het Pensioenakkoord opengehouden. Zo is het mogelijk dat het bestuur van Stap – na een verzoek van de sociale partners – besluit om:

  • te zijner tijd gebruik te maken van het Pensioenakkoord als dat inderdaad de verwachte voordelen zou opleveren;
  • in het huidige financiële kader voor pensioenfondsen te blijven;
  • of op een later moment alsnog de overstap naar een garantiepensioen bij een verzekeraar te maken.

De aan Zwitserleven overgedragen pensioenen worden niet beïnvloed door eventuele wijzigingen die het nieuwe pensioenstelsel met zich meebrengt. Gegarandeerde pensioenen bij verzekeraars kunnen niet worden ingevaren in het nieuwe pensioenstelsel.

 

Vraag: Wat is een Algemeen Pensioenfonds (APF)?

Antwoord:

Een APF is een Nederlands pensioenfonds dat voor meerdere werkgevers tegelijkertijd de pensioenregelingen kan uitvoeren. Een APF onderscheidt zich van andere pensioen-uitvoerders omdat zij de uitvoering van verschillende pensioenregelingen kan onder-brengen in verschillende ‘collectiviteitkringen’, ook wel ‘kringen’ genoemd. De vermogens van de verschillende collectiviteitkringen zijn juridisch van elkaar afgescheiden; dat heet ringfencing. Er kan geen geld van de ene kring naar de andere kring vloeien. Indien het met een bepaalde kring goed of slecht gaat, heeft dat dus geen gevolgen voor de andere kringen. Het vermogen van een kring wordt alleen gebruikt voor pensioenuitkeringen van de deelnemers aan de betreffende kring.

 

Vraag: Welke soort collectiviteitkringen zijn er?

Antwoord:

Een APF heeft multi-client kringen en single-client kringen. In een multi-client kring zijn de pensioenregelingen van meerdere werkgevers ondergebracht. In een single-client kring worden, zoals de naam al aangeeft, pensioenregeling(en) uitgevoerd voor één werkgever. De eigen collectiviteitkring kun je zien als een ‘eigen fonds binnen een groter geheel’. Het bestuur van Pensioenfonds Aon ziet het als in het beste belang van alle groepen belanghebbenden dat de pensioenen worden overgedragen naar zo’n single-client kring, wat dan een eigen Aon-kring wordt.

 

Vraag: Wat is het belanghebbendenorgaan?

Antwoord:

Iedere collectiviteitkring bij een APF heeft een belanghebbendenorgaan, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de werkgever, van de deelnemers en van de pensioengerechtigden. Het belanghebbendenorgaan houdt toezicht op de uitvoering van de pensioenregelingen door het APF. Wettelijk is geregeld dat een belanghebbendenorgaan uitgebreide advies- en goedkeuringsrechten heeft. Zo kan het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid van de collectiviteitkring niet wijzigen zonder goedkeuring van het belanghebbendenorgaan.

 

Vraag: Welke voordelen maar ook nadelen zitten er aan een APF?

Antwoord:

Voordelen:
Met een APF zorg je voor een toekomstbestendige oplossing. Daarbij is uit de berekeningen gebleken dat het verwachte pensioenniveau bij een APF hoger is dan bij de andere onderzochte alternatieven. Er zijn daarnaast schaalvoordelen, omdat een APF meerdere pensioenregelingen van meerdere werkgevers uitvoert. Dit zorgt ervoor dat de uitvoeringskosten en de vermogensbeheerkosten dalen. In de huidige situatie worden de uitvoeringskosten volledig door Aon betaald. Bij een overstap naar een eigen collectiviteitkring zal hier voor de belanghebbenden niets in veranderen. De daling van de vermogensbeheerkosten is echter een merkbaar voordeel voor de belanghebbenden, omdat dit leidt tot een (lichte) verbetering van het pensioenresultaat. Tot slot, ook niet onbelangrijk: de pensioenregelingen wijzigen niet en de pensioenen gaan een-op-een over.

 

Nadelen:
Een nadeel van een APF is dat de invloed van (vertegenwoordigers van de) belanghebbenden en de werkgever minder wordt dan in het eigen fonds met een eigen bestuur. Omdat een APF voor iedere kring een eigen belanghebbendenorgaan heeft is inspraak echter wel gewaarborgd met uitgebreide wettelijke advies- en goedkeuringsrechten. Maar het belanghebbendenorgaan zit niet zelf aan het stuur.

 

Vraag: Is er inmiddels een APF geselecteerd?

Antwoord:

Ja, na onderzoek en een zorgvuldige afweging is Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap https://www.stappensioen.nl/ tot de beoogde uitvoerder gekozen.

 

Vraag: Wat betekent de overgang naar Stap voor mijn pensioen?

Antwoord:

Omdat de pensioenregelingen een-op-een worden overgezet en ook uw opgebouwde pensioen een-op een overgaat zal er weinig voor u veranderen. Uiteraard ontvangt u de informatie over uw pensioen en (te zijner tijd) uw pensioenuitkering niet meer van Pensioenfonds Aon, maar van Stap. Daarnaast krijgt u (te zijner tijd) enkele dagen eerder uw maandelijkse uitkering.

 

Vraag: Kan de werkgever aan het vermogen bij Stap komen?

Antwoord:

Nee, dit kan niet. De pensioenregelingen gaan een-op-een over. Ook de afspraken in de uitvoeringsovereenkomst gaan een-op-een over. Dit houdt in dat terugstortingen en premiekortingen, net zoals nu, niet aan de orde zijn. Dit is opgenomen in de nieuwe uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en Stap. Het pensioenfonds is geen formele contractspartij bij die uitvoeringsovereenkomst, maar controleert de overeenkomst vanuit een waarborgrol. Er is nadrukkelijk gecontroleerd dat alle facetten van de pensioenregelingen, ook de afspraken over de premie, een-op-een zijn opgenomen in de juridische stukken. En het besluit om de pensioenen aan Stap over te dragen, wordt niet eerder genomen dan dat het pensioenfonds dat heeft kunnen controleren.

 

Vraag: Wanneer zal de overgang plaatsvinden?

Antwoord:

We hebben eerder gecommuniceerd dat de collectieve waardeoverdracht van de pensioenen op 1 april 2023 zou plaatsvinden. Dit onder voorwaarde dat De Nederlandsche Bank (DNB) instemt met de collectieve waardeoverdracht. Omdat het een bijzondere waardeoverdracht is – een deel van het vermogen wordt immers overgedragen aan Zwitserleven – vraagt dit een nauwgezette beoordeling. De tijd die hiermee gemoeid is, maakt dat de overdrachtsdatum verschuift en waarschijnlijk 1 mei 2023 zal zijn.

 

Onderstaande vragen zijn in de update van juni 2022 toegevoegd:

 

Vraag: Wat is het effect van de overdracht op de kosten? En worden hierover vooraf afspraken gemaakt?

Antwoord:

Het pensioenfonds kent twee soorten kosten: vermogensbeheerkosten en uitvoeringskosten.

De vermogensbeheerkosten zijn de kosten die verband houden met het beleggen van het pensioenvermogen. Deze kosten komen ten laste van het rendement.

De uitvoeringskosten omvatten alle kosten die samenhangen met het bestuur en de organisatie van het pensioenfonds (de governance), kosten voor toezicht en kosten voor pensioenuitvoering (administratie, uitbetaling, communicatie). De uitvoeringskosten van het pensioenfonds worden momenteel volledig door de werkgever betaald; dit is zo vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst die tussen de werkgever en het pensioenfonds is gesloten.

Bij Stap zijn zowel de vermogensbeheerkosten als de pensioenuitvoeringskosten wat lager dan bij het Aon pensioenfonds. Lagere vermogensbeheerkosten is in het belang van de belanghebbenden omdat dat betekent dat na aftrek van deze kosten een wat hoger rendement overblijft.

In de uitvoeringsovereenkomst die tussen Stap en de werkgever is gesloten, zijn de kosten voor pensioenuitvoering en vermogensbeheer die met Stap zijn overeengekomen vastgelegd en is net als in de huidige situatie opgenomen dat de pensioenuitvoeringskosten volledig door de werkgever worden betaald.

 

Vraag: Aon Groep Nederland betaalt premie voor verhoging van de pensioenen van de actieve deelnemers aan het pensioenfonds. Wordt deze betaling na de collectieve waardeoverdracht naar Stap voortgezet?

Antwoord:

De werkgever, Aon Groep Nederland, betaalt momenteel aan het pensioenfonds een premie voor de jaarlijkse verhoging van de opgebouwde pensioenen van de deelnemers in de middelloonregeling en de voormalig eindloonregeling. Het pensioenfonds kiest onder andere voor Stap omdat in een eigen kring bij Stap de pensioenregeling een-op-een kan worden voortgezet, inclusief de jaarlijkse verhoging van de opgebouwde pensioenen van de deelnemers en het premiebeleid. De hiervoor genoemde premiebetaling door de werkgever wordt inderdaad voortgezet bij Stap.

 

Vraag: Heeft de overdracht invloed op de hoogte van toekomstige toeslagen (indexatie)?

Antwoord:

Bij de overgang naar Stap wordt de pensioenregeling een-op-een overgenomen inclusief het toeslagbeleid. Omdat Stap ook een pensioenfonds is, gelden bij Stap dezelfde wettelijke regels (FTK) ten aanzien van voorwaardelijke toeslagverlening als bij het Aon pensioenfonds. Het maakt daarom voor de hoogte van de toeslagen en eventueel inhaaltoeslagen niet uit of deze toeslagen door het Aon pensioenfonds of door Stap worden verleend. De bestaande achterstanden gaan mee over naar Stap en kunnen dus de komende jaren nog worden ingehaald als de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg is.

De toeslagregeling wijzigt voor degenen die er voor kiezen om hun pensioen aan Zwitserleven over te dragen. Zwitserleven verhoogt de pensioenen jaarlijks met een vaste toeslag. Deze toeslag kan hoger, maar ook lager zijn dan de toeslag waarmee de pensioenen in de eigen Aon kring bij Stap worden verhoogd.

 

Vraag: Als na de overdracht blijkt dat de pensioenen van iemand niet juist zijn geadministreerd, wordt dit dan nog gecorrigeerd?

Antwoord:

De collectieve waardeoverdracht betreft alle pensioenen, inclusief eventuele pensioenen die op het moment van de overdracht nog niet bekend zijn bij het pensioenfonds maar waar een belanghebbende op grond van het pensioenreglement wel recht op heeft. Stap moet hier een vrijwaring voor afgeven. DNB ziet hier op toe.

Met de collectieve waardeoverdracht is er zekerheid dat onjuistheden of onvolledigheden die na de overdracht boven water komen, worden gecorrigeerd. De kosten (ook de kosten voor eventuele extra pensioenen) zijn voor rekening van Stap tenzij deze onjuistheden of onvolledigheden te wijten zijn aan het niet, onjuist, onvolledig of niet tijdig aanleveren van gegevens door de werkgever.

 

Onderstaande vragen zijn in de update van februari 2023 toegevoegd:

 

Vraag: Aon en Stap gaan een uitvoeringsovereenkomst aan voor een periode van vijf jaar. Wat gebeurt er met mijn pensioen als de overeenkomst over vijf jaar niet verlengd wordt?

Antwoord:

Als de uitvoeringsovereenkomst niet verlengd wordt, blijven de opgebouwde pensioenen achter in de eigen Aon-kring bij Stap. Behalve dat er daarna binnen de kring geen opbouw meer plaatsvindt van door Aon gefinancierde onvoorwaardelijke indexatie voor actieven, verandert er niets. De na verloop van tijd in aantal belanghebbenden en omvang vermogen kleiner wordende kring  kan op enig moment zichzelf opheffen en in dat kader een collectieve waardeoverdracht uitvoeren naar een ander pensioenfonds of een verzekeraar. Het Belanghebbendenorgaan heeft een goedkeuringsrecht ten aanzien van een collectieve waardeoverdracht.
Tevens kan het bestuur van Stap voorstellen om de eigen Aon-kring te laten aansluiten bij een andere kring binnen Stap of een voorstel doen om de eigen Aon-kring  open te stellen voor meerdere werkgevers. Ook voor deze besluiten is instemming van het Belanghebbendenorgaan van Pensioenkring Aon noodzakelijk.

Daarnaast is van belang dat zolang er nog sprake is van actieve deelnemers (deelnemers die een dienstverband hebben met Aon Groep Nederland) de werkgever, Aon, de verplichting heeft de regeling onder te brengen bij een nieuwe uitvoerder als de uitvoeringsovereenkomst met Stap beëindigd wordt.

 

Vraag: Waarom deelt het fonds geen stukken over de collectieve waardeoverdracht met belanghebbenden?

Antwoord:

In de Pensioenwet is geregeld welke informatie het fonds moet verstrekken, zoals informatie over de inhoud van pensioenregeling en over de toeslagverlening. Uiteraard wordt hier door het fonds aan voldaan. Nadat de collectieve waardeoverdracht naar Stap gerealiseerd is, ontvangt u van Stap alle informatie die een fonds op grond van de Pensioenwet moet verstrekken zoals de informatie over de inhoud van de pensioenregeling van de eigen Aon-kring.

De stukken in het kader van het toekomstonderzoek zoals offertes zijn vertrouwelijk en mogen niet gedeeld worden met belanghebbenden.

Het fonds voert een zorgvuldig en gedegen proces. Daarbij spelen de volgende interne en externe fondsorganen en toezichthouders een rol:

  • Het verantwoordingsorgaan heeft adviesrecht over een voorgenomen besluit van het bestuur om het pensioenfonds op te heffen en over een voorgenomen besluit om de pensioenen over te dragen.
  • De visitatiecommissie ziet toe op de zorgvuldigheid van de besluitvorming en op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur
  • De AFM toetst of de communicatie die aan de belanghebbenden wordt gestuurd correct, duidelijk en evenwichtig is.
  • De Nederlandsche Bank toetst tot slot of aan alle voorwaarden en eisen voor collectieve waardeoverdracht is voldaan.


Vraag: Mag het pensioenfonds mijn pensioen zonder mijn instemming overdragen naar Stap?

Antwoord:

Ja, dat mag. Uw toestemming is niet nodig. Als een pensioenfonds besluit om zichzelf op te heffen, moeten immers alle pensioenen worden overgedragen, zodat het pensioenfonds geen verplichtingen meer heeft. Om deze reden gelden voor een collectieve waardeoverdracht strikte regels en zijn er veel deskundigen bij betrokken die ervoor zorgen dat de waardeoverdracht goed en evenwichtig verloopt. De Nederlandsche Bank controleert of hier aan wordt voldaan en heeft de mogelijkheid om een verbod op de collectieve waardeoverdracht op te leggen.

Het Aon pensioenfonds geeft de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wel een keuze, namelijk de mogelijkheid om het pensioen over te dragen naar Zwitserleven. Als geen keuze wordt gemaakt voor een overdracht naar Zwitserleven, wordt het pensioen als onderdeel van de collectieve waardeoverdracht overgedragen naar Stap. Deze keuze geldt alleen voor de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden (met uitzondering van de wezen). De peildatum of iemand wel of geen keuze krijgt is de status op 1 januari 2023.

 

Vraag: Waarom kan Zwitserleven nog niet aangeven hoe hoog het vaste toeslagpercentage is?

Antwoord:

Een verzekerd pensioen kent een prijs. Deze prijs hangt onder andere af van de financiële positie van het Aon pensioenfonds en de rentestand op het moment van overdracht (30 april 2023) en is daarom niet bekend vóór de collectieve waardeoverdracht.

 

Vraag: Waarom moet voor de overdracht naar Zwitserleven de keuze voor een minimaal toeslagpercentage worden gemaakt?

Antwoord:

Nadat in november 2022 een interesse-peiling is gehouden, hebben de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden eind januari 2023 een brief ontvangen waarin gevraagd wordt om een definitieve keuze te maken. Het exacte toeslagpercentage waarmee de pensioenen bij Zwitserleven jaarlijks verhoogd gaan worden is (zie de vraag hierboven) nog niet bekend.

Om deze reden willen wij graag weten bij welk percentage vaste toeslag gewezen deelnemers en pensioengerechtigden er de voorkeur aan geven om het pensioen aan Zwitserleven over te dragen.

De genoemde percentages (0,0%, 1,2%, 1,6% en 2,0%) zijn daarom ondergrenzen. Het pensioen wordt aan Zwitserleven overgedragen indien op de datum van overdracht, blijkt dat de pensioenen bij Zwitserleven jaarlijks, vanaf 1 januari 2024,ten minste met het percentage dat is aangekruist, verhoogd worden. Indien op dat moment blijkt dat de pensioenen bij Zwitserleven met een lager percentage verhoogd worden, wordt het pensioen van de betreffende deelnemer niet naar Zwitserleven, maar naar Stap overgedragen.

 

Vraag: Is de uiterlijk 10 maart 2023 gemaakte keuze voor de overdracht naar Zwitserleven definitief?

Antwoord:

Ja, dat klopt. De collectieve waardeoverdrachten naar Stap en naar Zwitserleven vinden op dezelfde dag plaats. De keuze van de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden moet enkele weken daarvoor, uiterlijk 10 maart 2023, bekend zijn. Daarna worden allerlei voorbereidende berekeningen gemaakt. Eind april / begin mei wordt duidelijk met welke toeslag de pensioenen bij Zwitserleven jaarlijks zullen worden verhoogd en dan staat ook vast van wie de pensioenen naar Stap en van wie naar Zwitserleven worden overgedragen. Het is dan niet mogelijk om – als bijvoorbeeld het toeslagpercentage 1,95% wordt en de betrokkene heeft als ondergrens 2% gekozen – alsnog een andere keuze te maken. Het pensioen van de betrokkenen wordt alleen aan Zwitserleven overgedragen als het toeslagpercentage daar ten minste de gekozen hoogte heeft. Dit wordt per individu beoordeeld.

 

Vraag: Kan er een situatie komen dat de kosten van het in stand houden van de kring bij Stap qua kosten niet rendabel is?

Antwoord:

Ook als alle gewezen deelnemers en pensioengerechtigden zouden kiezen voor Zwitserleven, richt Stap voor Aon een eigen collectiviteitkring in. Omdat er geen nieuwe deelnemers in de kring toetreden, kan op termijn de situatie ontstaan dat de kosten van het in stand houden van de kring qua kosten niet meer rendabel is.

In het algemeen blijft een pensioenfonds meestal niet bestaan tot de laatste deelnemer is overleden. Dat geldt ook voor een collectiviteitkring. Voordat die situatie bereikt wordt, zal door Stap, het belanghebbendenorgaan, Aon Groep Nederland en de ondernemingsraad van Aon bezien worden of de kring nog toekomstbestendig is en de uitvoering kostenefficiënt.
 

Vraag: Heeft de Wet Toekomst Pensioenen nog invloed op de waardeoverdracht?

Antwoord:

De Wet toekomst pensioenen wordt van kracht op alle pensioenregelingen zodra deze wet in werking treedt. De opgebouwde pensioenen die worden overgedragen aan verzekeraar Zwitserleven worden niet aangepast. Voor de bij pensioenfonds Stap ondergebrachte pensioenen zullen sociale partners (het overleg tussen werkgever en ondernemingsraad) een besluit moeten om de opgebouwde pensioenen wel of niet in te brengen in de nieuwe pensioenregeling. Het inbrengen van de pensioenen in de nieuwe pensioenregeling heet invaren.

Mocht een dergelijk verzoek van de sociale partners er komen, dan moet het bestuur van Stap een eigen afweging maken in hoeverre die in het belang is voor de opgebouwde en ingegane pensioenen. Het belanghebbendenorgaan van de Aon-kring, waar vertegenwoordigers van de werkgever, werknemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers zitting in hebben, heeft hierin een goedkeuringsrecht. Tegen de tijd dat dit aan de orde is bestaat Pensioenfonds Aon niet meer en heeft het huidige bestuur daar dus geen rol meer in. Het belanghebbendenorgaan neemt die rol over.

Aon heeft de intentie om, indien in de toekomst wordt gekozen voor invaren, nog een keer de verzekeringsoptie te onderzoeken. Dit kan leiden tot het nogmaals aanbieden van een opt-out aan de belanghebbenden. Let op: dit is een intentie en geen toezegging. Het bestuur van Stap zal op dat moment zelfstandig onderzoeken welke verzekeraar op dat moment het beste aanbod doet. Dat kan dus ook een andere verzekeraar zijn dan Zwitserleven.

 

Vraag: Krijgen ex-partners ook de mogelijkheid voor overdracht naar Zwitserleven?

Antwoord:

Ex-partners krijgen geen keuzemogelijkheid, waarmee het bijzonder partnerpensioen ongewijzigd wordt overgedragen naar Stap.

Het verdeelde (verevende) ouderdomspensioen volgt de keuze van de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde. Hierdoor blijft het ouderdomspensioen bij elkaar en kan het verevende deel bij overlijden van de ex-partner terugvloeien naar de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde. Zowel bij Stap als bij Zwitserleven blijft de pensioenregeling rond het verevende ouderdomspensioen bij overlijden van de ex-partner zoals die nu is.

 

Vraag: Is het mogelijk dat ik het keuzeformulier voor Zwitserleven invul en toch bij Stap terechtkom?

Antwoord:

Ja, deze mogelijkheid bestaat. In de brief die u in januari 2023 heeft ontvangen kunt u een keuze maken voor Zwitserleven op voorwaarde van een bepaalde hoogte van de toeslag waarmee de pensioenen bij Zwitserleven jaarlijks zullen worden verhoogd. Indien op de overdrachtsdatum blijkt dat bij Zwitserleven een lager gegarandeerd toeslagpercentage gaat gelden dan u heeft aangekruist worden uw aanspraken overgedragen aan Stap. U kunt in deze situatie niet opnieuw een afweging maken.

 

Onderstaande vragen zijn in de update van maart 2023 toegevoegd:

 

Vraag: Heb ik langer de tijd om het keuzeformulier terug te sturen, nu de overdrachtsdatum is verschoven naar 1 mei 2023?

Antwoord:

Nee, de datum waarop uw keuzeformulier binnen moet zijn blijft 10 maart 2023.

 

Vraag: Over de laatste 10 jaar bedraagt de gemiddelde toeslag 1,7% (inclusief inhaaltoeslag). Is de verwachting van de toeslag bij Stap zoals opgenomen in de persoonlijke overzichten niet te positief?

Antwoord:

De berekeningen zijn gemaakt met de scenarioset die door De Nederlandsche Bank gepubliceerd wordt.  Deze scenarioset bevat 10.000 scenario’s voor het verloop van onder andere de inflatie en de rente. Pensioenfondsen moeten deze scenarioset bij bepaalde berekeningen (zoals voor het uniform pensioenoverzicht) gebruiken van De Nederlandsche Bank.

Het is juist dat de gemiddelde toeslag over de laatste 10 jaar lager was dan voor de komende jaren wordt verwacht. De inflatie was in die jaren ook veel lager dan nu, er waren jaren waarbij de inflatie bijvoorbeeld maar 0,4% was. Dat is nu anders.

 

Vraag: Waarom zou Zwitserleven straks een goed aanbod doen als heel veel belanghebbenden voor 0% zouden kiezen?

Antwoord:

In de achterliggende periode zijn meerdere offertes door Zwitserleven en andere verzekeraars uitgebracht bij verschillende vermogens en verschillende rentestanden. Zwitserleven is daarbij als beste beoordeeld. Er zijn afspraken gemaakt over de uitgangspunten die gehanteerd worden in de definitieve offerte van Zwitserleven. Dit zal ook worden gecontroleerd. Controle hiervan is mogelijk omdat er bij verschillende vermogens- en rentestanden offertes door Zwitserleven zijn verstrekt.